Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: commuten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecommutet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik commute
jij commutet
hij commutet
wij commuten
jullie commuten
zij commuten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecommutet
jij hebt gecommutet
hij heeft gecommutet
wij hebben gecommutet
jullie hebben gecommutet
zij hebben gecommutet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik commutete
jij commutete
hij commutete
wij commuteten
jullie commuteten
zij commuteten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecommutet
jij had gecommutet
hij had gecommutet
wij hadden gecommutet
jullie hadden gecommutet
zij hadden gecommutet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal commuten
jij zult commuten
hij zal commuten
wij zullen commuten
jullie zullen commuten
zij zullen commuten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecommutet hebben
jij zult gecommutet hebben
hij zal gecommutet hebben
wij zullen gecommutet hebben
jullie zullen gecommutet hebben
zij zullen gecommutet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou commuten
jij zou commuten
hij zou commuten
wij zouden commuten
jullie zouden commuten
zij zouden commuten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecommutet hebben
jij zou gecommutet hebben
hij zou gecommutet hebben
wij zouden gecommutet hebben
jullie zouden gecommutet hebben
zij zouden gecommutet hebben

Gebiedende wijs
commute

Aanvoegende wijs
commute

Voorbeelden

  1. If your commute takes you westbound on the 10 freeway verwacht een uur vertraging.
    If your commute takes you westbound on the 10 freeway expect an hour delay.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden