Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: combineren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecombineerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik combineer
jij combineert
hij combineert
wij combineren
jullie combineren
zij combineren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecombineerd
jij hebt gecombineerd
hij heeft gecombineerd
wij hebben gecombineerd
jullie hebben gecombineerd
zij hebben gecombineerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik combineerde
jij combineerde
hij combineerde
wij combineerden
jullie combineerden
zij combineerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecombineerd
jij had gecombineerd
hij had gecombineerd
wij hadden gecombineerd
jullie hadden gecombineerd
zij hadden gecombineerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal combineren
jij zult combineren
hij zal combineren
wij zullen combineren
jullie zullen combineren
zij zullen combineren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecombineerd hebben
jij zult gecombineerd hebben
hij zal gecombineerd hebben
wij zullen gecombineerd hebben
jullie zullen gecombineerd hebben
zij zullen gecombineerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou combineren
jij zou combineren
hij zou combineren
wij zouden combineren
jullie zouden combineren
zij zouden combineren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecombineerd hebben
jij zou gecombineerd hebben
hij zou gecombineerd hebben
wij zouden gecombineerd hebben
jullie zouden gecombineerd hebben
zij zouden gecombineerd hebben

Gebiedende wijs
combineer

Aanvoegende wijs
combinere

Voorbeelden

  1. Combineer je die?
    Do you combine it?
  2. Combineer... feit met... sprookje.
    Combine fact with fairy tale.
  3. Combineer het met dit en dit.
    Wear it with this and... this.
  4. Combineer salomonszegel en leeuwenbek en verbrandt het.
    Combine Solomon Seal and Snapdragon and burn them.
  5. Combineer dat met de rol kleine biljetten in zijn broekzak...
    Couple that with the roll of small bills found in his pant pocket...
  6. Combineer dat met de informatie die je vindt in de baai.
    Combine that with information you find out on the bay.
  7. combineer alle zeven goden en zie haar als je eigen juffrouw Ho.
    Try to combine all seven gods and try and see her as your own Miss Ho.
  8. Combineer dat met de stroom uit een batterij en je krijgt elektrolyse van water.
    Combine that with the current from a battery and you get electrolysis of water.
  9. Combineer die twee zwembaden en hij is aan het zwemmen in de criminele overtredingen.
    Combine those two pools and he 's swimming in criminal infractions.
  10. Combineer dat met de kans dat dit zijn eerste keer is dat hij lichamen dumpt.
    Combined with the chance that this is his first time dumping bodies.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden