NL: collectiviseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gecollectiviseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik collectiviseer jij collectiviseert hij collectiviseert wij collectiviseren jullie collectiviseren zij collectiviseren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gecollectiviseerd jij hebt gecollectiviseerd hij heeft gecollectiviseerd wij hebben gecollectiviseerd jullie hebben gecollectiviseerd zij hebben gecollectiviseerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik collectiviseerde jij collectiviseerde hij collectiviseerde wij collectiviseerden jullie collectiviseerden zij collectiviseerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gecollectiviseerd jij had gecollectiviseerd hij had gecollectiviseerd wij hadden gecollectiviseerd jullie hadden gecollectiviseerd zij hadden gecollectiviseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal collectiviseren jij zult collectiviseren hij zal collectiviseren wij zullen collectiviseren jullie zullen collectiviseren zij zullen collectiviseren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gecollectiviseerd hebben jij zult gecollectiviseerd hebben hij zal gecollectiviseerd hebben wij zullen gecollectiviseerd hebben jullie zullen gecollectiviseerd hebben zij zullen gecollectiviseerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou collectiviseren jij zou collectiviseren hij zou collectiviseren wij zouden collectiviseren jullie zouden collectiviseren zij zouden collectiviseren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gecollectiviseerd hebben jij zou gecollectiviseerd hebben hij zou gecollectiviseerd hebben wij zouden gecollectiviseerd hebben jullie zouden gecollectiviseerd hebben zij zouden gecollectiviseerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
collectiviseer
|
| Aanvoegende wijs |
| collectivisere |