Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: coöpereren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecoöpereerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik coöpereer
jij coöpereert
hij coöpereert
wij coöpereren
jullie coöpereren
zij coöpereren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecoöpereerd
jij hebt gecoöpereerd
hij heeft gecoöpereerd
wij hebben gecoöpereerd
jullie hebben gecoöpereerd
zij hebben gecoöpereerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik coöpereerde
jij coöpereerde
hij coöpereerde
wij coöpereerden
jullie coöpereerden
zij coöpereerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecoöpereerd
jij had gecoöpereerd
hij had gecoöpereerd
wij hadden gecoöpereerd
jullie hadden gecoöpereerd
zij hadden gecoöpereerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal coöpereren
jij zult coöpereren
hij zal coöpereren
wij zullen coöpereren
jullie zullen coöpereren
zij zullen coöpereren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecoöpereerd hebben
jij zult gecoöpereerd hebben
hij zal gecoöpereerd hebben
wij zullen gecoöpereerd hebben
jullie zullen gecoöpereerd hebben
zij zullen gecoöpereerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou coöpereren
jij zou coöpereren
hij zou coöpereren
wij zouden coöpereren
jullie zouden coöpereren
zij zouden coöpereren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecoöpereerd hebben
jij zou gecoöpereerd hebben
hij zou gecoöpereerd hebben
wij zouden gecoöpereerd hebben
jullie zouden gecoöpereerd hebben
zij zouden gecoöpereerd hebben

Gebiedende wijs
coöpereer

Aanvoegende wijs
coöperere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden