Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: clarificeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geclarificeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik clarificeer
jij clarificeert
hij clarificeert
wij clarificeren
jullie clarificeren
zij clarificeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geclarificeerd
jij hebt geclarificeerd
hij heeft geclarificeerd
wij hebben geclarificeerd
jullie hebben geclarificeerd
zij hebben geclarificeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik clarificeerde
jij clarificeerde
hij clarificeerde
wij clarificeerden
jullie clarificeerden
zij clarificeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geclarificeerd
jij had geclarificeerd
hij had geclarificeerd
wij hadden geclarificeerd
jullie hadden geclarificeerd
zij hadden geclarificeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal clarificeren
jij zult clarificeren
hij zal clarificeren
wij zullen clarificeren
jullie zullen clarificeren
zij zullen clarificeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geclarificeerd hebben
jij zult geclarificeerd hebben
hij zal geclarificeerd hebben
wij zullen geclarificeerd hebben
jullie zullen geclarificeerd hebben
zij zullen geclarificeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou clarificeren
jij zou clarificeren
hij zou clarificeren
wij zouden clarificeren
jullie zouden clarificeren
zij zouden clarificeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geclarificeerd hebben
jij zou geclarificeerd hebben
hij zou geclarificeerd hebben
wij zouden geclarificeerd hebben
jullie zouden geclarificeerd hebben
zij zouden geclarificeerd hebben

Gebiedende wijs
clarificeer

Aanvoegende wijs
clarificere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden