1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. claps

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to claps    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
clapsing

Present simple (ott)
I claps
you claps
he clapses
we claps
you claps
they claps

Present perfect (vtt)
I have clapsed
you have clapsed
he has clapsed
we have clapsed
you have clapsed
they have clapsed

Past Simple (ovt)
I clapsed
you clapsed
he clapsed
we clapsed
you clapsed
they clapsed

Past perfect (vvt)
I had clapsed
you had clapsed
he had clapsed
we had clapsed
you had clapsed
they had clapsed

Present future (ottt)
I will claps
you will claps
he will claps
we will claps
you will claps
they will claps

Present future perfect (vttt)
I will have clapsed
you will have clapsed
he will have clapsed
we will have clapsed
you will have clapsed
they will have clapsed

Past future (ovtt)
I would claps
you would claps
he would claps
we would claps
you would claps
they would claps

Past future perfect (vvtt)
I would have clapsed
you would have clapsed
he would have clapsed
we would have clapsed
you would have clapsed
they would have clapsed


Voorbeelden

  1. Who claps for themselves?
    Wie klapt er voor zichzelf?
  2. Three claps for rowe.
    Drie klapt voor Rowe.
  3. Oh, okay [ claps ] almost ready.
    Oh, oke bijna klaar.
  4. Are you kidding me? ( Claps hands )
    Neem je me in de maling?
  5. If he 's too busy he claps naturally.
    Als hij het te druk heeft klapt hij natuurlijk.
  6. ( Claps hands ) Your souls are free. You can go.
    Jullie zielen zijn vrij, jullie kunnen gaan.
  7. Claps eyes on a warrant card and makes all kinds of assumptions.
    Werpt een blik op een identificatiekaart en doet allerlei aannames.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try