1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. clad

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to clad    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
clading

Present simple (ott)
I clad
you clad
he clads
we clad
you clad
they clad

Present perfect (vtt)
I have claded
you have claded
he has claded
we have claded
you have claded
they have claded

Past Simple (ovt)
I claded
you claded
he claded
we claded
you claded
they claded

Past perfect (vvt)
I had claded
you had claded
he had claded
we had claded
you had claded
they had claded

Present future (ottt)
I will clad
you will clad
he will clad
we will clad
you will clad
they will clad

Present future perfect (vttt)
I will have claded
you will have claded
he will have claded
we will have claded
you will have claded
they will have claded

Past future (ovtt)
I would clad
you would clad
he would clad
we would clad
you would clad
they would clad

Past future perfect (vvtt)
I would have claded
you would have claded
he would have claded
we would have claded
you would have claded
they would have claded


Voorbeelden

  1. Mary is scantily clad.
    Mary is schaars gekleed.
  2. Dr Krombach, Lena 's clad.
    Dokter Krombach, Lena' s vader.
  3. How beautifully you are clad.
    Hoe mooi zie je er uit.
  4. clad in robes of silk.
    Gekleed in zijde.
  5. Or the scantily clad mermaids.
    Of de schaars geklede zeemeerminnen.
  6. My contract 's iron-clad.
    Staat in mijn contract.
  7. Would I be scantily clad?
    Zou ik schaars worden bekleed?
  8. Scantily clad coeds? Why you little!
    Schraal geklede studenten.
  9. It 's an iron clad contract.
    Het is een waterdicht contract.
  10. You were practically in her leather-clad lap.
    Je kroop praktisch... op haar schoot.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try