Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: civiliseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geciviliseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik civiliseer
jij civiliseert
hij civiliseert
wij civiliseren
jullie civiliseren
zij civiliseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geciviliseerd
jij hebt geciviliseerd
hij heeft geciviliseerd
wij hebben geciviliseerd
jullie hebben geciviliseerd
zij hebben geciviliseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik civiliseerde
jij civiliseerde
hij civiliseerde
wij civiliseerden
jullie civiliseerden
zij civiliseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geciviliseerd
jij had geciviliseerd
hij had geciviliseerd
wij hadden geciviliseerd
jullie hadden geciviliseerd
zij hadden geciviliseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal civiliseren
jij zult civiliseren
hij zal civiliseren
wij zullen civiliseren
jullie zullen civiliseren
zij zullen civiliseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geciviliseerd hebben
jij zult geciviliseerd hebben
hij zal geciviliseerd hebben
wij zullen geciviliseerd hebben
jullie zullen geciviliseerd hebben
zij zullen geciviliseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou civiliseren
jij zou civiliseren
hij zou civiliseren
wij zouden civiliseren
jullie zouden civiliseren
zij zouden civiliseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geciviliseerd hebben
jij zou geciviliseerd hebben
hij zou geciviliseerd hebben
wij zouden geciviliseerd hebben
jullie zouden geciviliseerd hebben
zij zouden geciviliseerd hebben

Gebiedende wijs
civiliseer

Aanvoegende wijs
civilisere

Voorbeelden

  1. Ik zal dit land civiliseren.
    I will civilise this place.
  2. Misschien dat we je zelfs civiliseren.
    We might even civilize you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden