NL: chiptunen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gechiptuned
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik chiptune jij chiptunet hij chiptunet wij chiptunen jullie chiptunen zij chiptunen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gechiptuned jij hebt gechiptuned hij heeft gechiptuned wij hebben gechiptuned jullie hebben gechiptuned zij hebben gechiptuned
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik chiptunede jij chiptunede hij chiptunede wij chiptuneden jullie chiptuneden zij chiptuneden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gechiptuned jij had gechiptuned hij had gechiptuned wij hadden gechiptuned jullie hadden gechiptuned zij hadden gechiptuned
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal chiptunen jij zult chiptunen hij zal chiptunen wij zullen chiptunen jullie zullen chiptunen zij zullen chiptunen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gechiptuned hebben jij zult gechiptuned hebben hij zal gechiptuned hebben wij zullen gechiptuned hebben jullie zullen gechiptuned hebben zij zullen gechiptuned hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou chiptunen jij zou chiptunen hij zou chiptunen wij zouden chiptunen jullie zouden chiptunen zij zouden chiptunen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gechiptuned hebben jij zou gechiptuned hebben hij zou gechiptuned hebben wij zouden gechiptuned hebben jullie zouden gechiptuned hebben zij zouden gechiptuned hebben
|
Gebiedende wijs |
chiptune
|
Aanvoegende wijs |
chiptune |