Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: chargen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecharged

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik charge
jij charget
hij charget
wij chargen
jullie chargen
zij chargen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecharged
jij hebt gecharged
hij heeft gecharged
wij hebben gecharged
jullie hebben gecharged
zij hebben gecharged

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik chargede
jij chargede
hij chargede
wij chargeden
jullie chargeden
zij chargeden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecharged
jij had gecharged
hij had gecharged
wij hadden gecharged
jullie hadden gecharged
zij hadden gecharged

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal chargen
jij zult chargen
hij zal chargen
wij zullen chargen
jullie zullen chargen
zij zullen chargen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecharged hebben
jij zult gecharged hebben
hij zal gecharged hebben
wij zullen gecharged hebben
jullie zullen gecharged hebben
zij zullen gecharged hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou chargen
jij zou chargen
hij zou chargen
wij zouden chargen
jullie zouden chargen
zij zouden chargen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecharged hebben
jij zou gecharged hebben
hij zou gecharged hebben
wij zouden gecharged hebben
jullie zouden gecharged hebben
zij zouden gecharged hebben

Gebiedende wijs
charge

Aanvoegende wijs
charge

Voorbeelden

  1. Alsjeblieft, Charge.
    There you go, Charge.
  2. Getuige à charge.
    Witness for the prosecution.
  3. Ik wilde Charge zijn.
    I wanted to be Charge.
  4. Charge is een fatsoenlijke vent.
    Charge is a decent bloke.
  5. Nee, Charge, kom op, man.
    No, Charge, come on, man.
  6. The Charge ofthe Light Brigade.
    The Charge of the Light Brigade excuse:
  7. Hank Jennings, getuige à charge.
    Hank Jennings, witness for the prosecution.
  8. Charge, ga op de Typhoon.
    Charge, get on the Typhoon.
  9. Who' s in charge here?
    Who 's in charge here?
  10. Moet je persoonlijkheid zijn, Charge.
    Must be your personality, Charge.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden