Voorbeelden

1. I couldn 't characterize it.
   Ik kon het niet typeren.
2. And how would Diane characterize it?
   En hoe zou Diane het noemen?
3. And how would you characterize that relationship?
   En hoe zou je die relatie omschrijven?
4. Sirk: How would you characterize these private meetings?
   Hou zou u de privé bijeenkomsten kenmerken?
5. I would characterize it as more of a conversation.
   Ik zou het meer karakteriseren als een gesprek.
6. I would characterize it more as a professional police disagreement.
   Ik zie het meer als een professionele politie-onenigheid.
7. How would you characterize Earnest Johnson 's state of mind?
   Hoe zou je Earnest Johnson' s gemoedstoestand willen karakteriseren?
8. Jenny 's psych reports characterize her as disciplined and methodical.
   De rapporten over Jenny typeren haar als gedisciplineerd en methodisch.
9. How would you characterize the animating force of this sonnet?
   Hoe zou je de geanimeerde kracht van dit sonnet omschrijven?
10. I 'd characterize it today as a lozenge, a long oval.
    Vandaag zou ik het een ruitvorm noemen, lang en ovaal.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden