Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: challengen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gechallenged

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik challenge
jij challenget
hij challenget
wij challengen
jullie challengen
zij challengen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gechallenged
jij hebt gechallenged
hij heeft gechallenged
wij hebben gechallenged
jullie hebben gechallenged
zij hebben gechallenged

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik challengede
jij challengede
hij challengede
wij challengeden
jullie challengeden
zij challengeden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gechallenged
jij had gechallenged
hij had gechallenged
wij hadden gechallenged
jullie hadden gechallenged
zij hadden gechallenged

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal challengen
jij zult challengen
hij zal challengen
wij zullen challengen
jullie zullen challengen
zij zullen challengen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gechallenged hebben
jij zult gechallenged hebben
hij zal gechallenged hebben
wij zullen gechallenged hebben
jullie zullen gechallenged hebben
zij zullen gechallenged hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou challengen
jij zou challengen
hij zou challengen
wij zouden challengen
jullie zouden challengen
zij zouden challengen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gechallenged hebben
jij zou gechallenged hebben
hij zou gechallenged hebben
wij zouden gechallenged hebben
jullie zouden gechallenged hebben
zij zouden gechallenged hebben

Gebiedende wijs
challenge

Aanvoegende wijs
challenge

Voorbeelden

  1. Arctic Challenge race begint.
    Arctic Challenge sled dog races.
  2. Dat is nog een Virgin Challenge.
    That 's another Virgin Challenge.
  3. Waarom wil je eigenlijk aan de Challenge meedoen?
    So what made you wanna take the Challenge anyway?
  4. Rising up to the challenge of our rival.
    Rising up to the challenge of our rival
  5. Ik ben degene die de immuniteit challenge gewonnen... degene die moet leven.
    I 'm the one that won the immunity challenge... the one that should live.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden