1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. certify

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to certify    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
certifying

Present simple (ott)
I certify
you certify
he certifies
we certify
you certify
they certify

Present perfect (vtt)
I have certified
you have certified
he has certified
we have certified
you have certified
they have certified

Past Simple (ovt)
I certified
you certified
he certified
we certified
you certified
they certified

Past perfect (vvt)
I had certified
you had certified
he had certified
we had certified
you had certified
they had certified

Present future (ottt)
I will certify
you will certify
he will certify
we will certify
you will certify
they will certify

Present future perfect (vttt)
I will have certified
you will have certified
he will have certified
we will have certified
you will have certified
they will have certified

Past future (ovtt)
I would certify
you would certify
he would certify
we would certify
you would certify
they would certify

Past future perfect (vvtt)
I would have certified
you would have certified
he would have certified
we would have certified
you would have certified
they would have certified


Voorbeelden

  1. This is to certify
    Dit is om te verklaren...
  2. Go certify a class.
    Ga een Class certificeren.
  3. Devon can certify me germ-free.
    Devon kan mij kiemvrij verklaren.
  4. I 'd like to certify Walter.
    Ik wil Walter graag certificeren.
  5. I will not certify these stones today.
    Ik zal deze diamanten vandaag niet certificeren.
  6. I feel doughnuts certify one 's copness.
    Ik voel dat donuts je politieschap waarmerkt.
  7. Certify the other lines on the boardwalk are sound.
    Om de andere lijnen na te laten kijken.
  8. E I go to certify itself that it has a judgment just.
    En ik zorg er voor dat hij een eerlijk proces krijgt.
  9. if applicable, an attestation from the training body to certify that the traineeship is a requirement
    in het voorkomende geval, een verklaring van de opleidingsinstelling omtrent het verplichte karakter van de stage,

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try