Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: cementeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecementeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik cementeer
jij cementeert
hij cementeert
wij cementeren
jullie cementeren
zij cementeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecementeerd
jij hebt gecementeerd
hij heeft gecementeerd
wij hebben gecementeerd
jullie hebben gecementeerd
zij hebben gecementeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik cementeerde
jij cementeerde
hij cementeerde
wij cementeerden
jullie cementeerden
zij cementeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecementeerd
jij had gecementeerd
hij had gecementeerd
wij hadden gecementeerd
jullie hadden gecementeerd
zij hadden gecementeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal cementeren
jij zult cementeren
hij zal cementeren
wij zullen cementeren
jullie zullen cementeren
zij zullen cementeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecementeerd hebben
jij zult gecementeerd hebben
hij zal gecementeerd hebben
wij zullen gecementeerd hebben
jullie zullen gecementeerd hebben
zij zullen gecementeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou cementeren
jij zou cementeren
hij zou cementeren
wij zouden cementeren
jullie zouden cementeren
zij zouden cementeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecementeerd hebben
jij zou gecementeerd hebben
hij zou gecementeerd hebben
wij zouden gecementeerd hebben
jullie zouden gecementeerd hebben
zij zouden gecementeerd hebben

Gebiedende wijs
cementeer

Aanvoegende wijs
cementere

Voorbeelden

  1. We zijn het cementeren van ons merk.
    We are cementing our brand.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden