NL: categoriseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gecategoriseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik categoriseer jij categoriseert hij categoriseert wij categoriseren jullie categoriseren zij categoriseren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gecategoriseerd jij hebt gecategoriseerd hij heeft gecategoriseerd wij hebben gecategoriseerd jullie hebben gecategoriseerd zij hebben gecategoriseerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik categoriseerde jij categoriseerde hij categoriseerde wij categoriseerden jullie categoriseerden zij categoriseerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gecategoriseerd jij had gecategoriseerd hij had gecategoriseerd wij hadden gecategoriseerd jullie hadden gecategoriseerd zij hadden gecategoriseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal categoriseren jij zult categoriseren hij zal categoriseren wij zullen categoriseren jullie zullen categoriseren zij zullen categoriseren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gecategoriseerd hebben jij zult gecategoriseerd hebben hij zal gecategoriseerd hebben wij zullen gecategoriseerd hebben jullie zullen gecategoriseerd hebben zij zullen gecategoriseerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou categoriseren jij zou categoriseren hij zou categoriseren wij zouden categoriseren jullie zouden categoriseren zij zouden categoriseren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gecategoriseerd hebben jij zou gecategoriseerd hebben hij zou gecategoriseerd hebben wij zouden gecategoriseerd hebben jullie zouden gecategoriseerd hebben zij zouden gecategoriseerd hebben
|
Gebiedende wijs |
categoriseer
|
Aanvoegende wijs |
categorisere |