Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: catechiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecatechiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik catechiseer
jij catechiseert
hij catechiseert
wij catechiseren
jullie catechiseren
zij catechiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecatechiseerd
jij hebt gecatechiseerd
hij heeft gecatechiseerd
wij hebben gecatechiseerd
jullie hebben gecatechiseerd
zij hebben gecatechiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik catechiseerde
jij catechiseerde
hij catechiseerde
wij catechiseerden
jullie catechiseerden
zij catechiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecatechiseerd
jij had gecatechiseerd
hij had gecatechiseerd
wij hadden gecatechiseerd
jullie hadden gecatechiseerd
zij hadden gecatechiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal catechiseren
jij zult catechiseren
hij zal catechiseren
wij zullen catechiseren
jullie zullen catechiseren
zij zullen catechiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecatechiseerd hebben
jij zult gecatechiseerd hebben
hij zal gecatechiseerd hebben
wij zullen gecatechiseerd hebben
jullie zullen gecatechiseerd hebben
zij zullen gecatechiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou catechiseren
jij zou catechiseren
hij zou catechiseren
wij zouden catechiseren
jullie zouden catechiseren
zij zouden catechiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecatechiseerd hebben
jij zou gecatechiseerd hebben
hij zou gecatechiseerd hebben
wij zouden gecatechiseerd hebben
jullie zouden gecatechiseerd hebben
zij zouden gecatechiseerd hebben

Gebiedende wijs
catechiseer

Aanvoegende wijs
catechisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden