Voorbeelden

1. Sprich mit ihr, Catch.
   Praat met haar, Catch.
2. Mein Name ist Catch.
   Mijn naam is Catch.
3. Es war Catch-Hangers Adresse.
   Het adres was dat van Catch-Hanger.
4. Deadliest Catch ( Doku-Serie ) läuft.
   Deadliest Catch is op tv.
5. Linden, gehst du ins Catch? Nein.
   Linden, ga jij nog naar de Catch?
6. Warum tun Sie so was, Catch?
   Waarom zou je dat doen, Catch?
7. Zuvor bei AMCs Halt and Catch Fire
   Eerder in Halt and Catch Fire.
8. Terje und ich arbeiten für Catch, die Spezialeinheit gegen organisiertes Verbrechen.
   Terje en ik werk voor Catch, speciale eenheid tegen de georganiseerde misdaad.
9. Catch you messing with my man That' s the end, little girl
   als ik je betrap met m' n vriend ga je eraan, kleine meid
10. Ich kenne es aus Halt and Catch Fire, habe die Serie aber kaum verfolgt.
    Ik ken het alleen van tv, en zelfs dan maar vaag.

Voorbeelden

1. Catch-44 misschien?
   How about catch-44?
2. Catch-Hanger ontkent dat.
   Catch-Hanger denied it.
3. Sweet Catch Me, hè?
   Sweet Catch Me, huh?
4. Praat met haar, Catch.
   Talk to her, Catch.
5. Catch, dit is Ray.
   Catch, this is Ray.
6. Catch up op oude tijden?
   Catch up on old times?
7. Dit moet je oplossen, Catch.
   You have to solve this, Catch.
8. Catch u later, wit meisje.
   Catch you later, white girl.
9. Het leek mij een catch, Keller!
   Good catch! It looks like a catch to me, Keller!
10. Dit is nu de catch, Kate.
    This here 's the twist, Kate.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden