Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: castreren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecastreerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik castreer
jij castreert
hij castreert
wij castreren
jullie castreren
zij castreren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecastreerd
jij hebt gecastreerd
hij heeft gecastreerd
wij hebben gecastreerd
jullie hebben gecastreerd
zij hebben gecastreerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik castreerde
jij castreerde
hij castreerde
wij castreerden
jullie castreerden
zij castreerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecastreerd
jij had gecastreerd
hij had gecastreerd
wij hadden gecastreerd
jullie hadden gecastreerd
zij hadden gecastreerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal castreren
jij zult castreren
hij zal castreren
wij zullen castreren
jullie zullen castreren
zij zullen castreren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecastreerd hebben
jij zult gecastreerd hebben
hij zal gecastreerd hebben
wij zullen gecastreerd hebben
jullie zullen gecastreerd hebben
zij zullen gecastreerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou castreren
jij zou castreren
hij zou castreren
wij zouden castreren
jullie zouden castreren
zij zouden castreren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecastreerd hebben
jij zou gecastreerd hebben
hij zou gecastreerd hebben
wij zouden gecastreerd hebben
jullie zouden gecastreerd hebben
zij zouden gecastreerd hebben

Gebiedende wijs
castreer

Aanvoegende wijs
castrere

Voorbeelden

  1. Castreer me niet.
    Don 't castrate me.
  2. Castreer de koeien.
    Castrate the cows!
  3. Ik castreer mezelf wel.
    I will castrate myself...
  4. En steriliseer of castreer je huisdieren nooit.
    Please don 't forget to never spay or neuter your pets.
  5. Dus als je dit weer doet, castreer ik je.
    So if you screw up again, I 'll castrate you!
  6. Ik laat je castreren.
    I will have you neutered.
  7. Niet meer castreren, oké?
    No more neuterings, okay?
  8. De kat hier castreren?
    Spay that cat right there?
  9. Ik wil een hond castreren.
    I want to neuter a dog.
  10. En ze wilden mij castreren.
    And they wanted to neuter me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden