Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: castigeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecastigeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik castigeer
jij castigeert
hij castigeert
wij castigeren
jullie castigeren
zij castigeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecastigeerd
jij hebt gecastigeerd
hij heeft gecastigeerd
wij hebben gecastigeerd
jullie hebben gecastigeerd
zij hebben gecastigeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik castigeerde
jij castigeerde
hij castigeerde
wij castigeerden
jullie castigeerden
zij castigeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecastigeerd
jij had gecastigeerd
hij had gecastigeerd
wij hadden gecastigeerd
jullie hadden gecastigeerd
zij hadden gecastigeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal castigeren
jij zult castigeren
hij zal castigeren
wij zullen castigeren
jullie zullen castigeren
zij zullen castigeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecastigeerd hebben
jij zult gecastigeerd hebben
hij zal gecastigeerd hebben
wij zullen gecastigeerd hebben
jullie zullen gecastigeerd hebben
zij zullen gecastigeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou castigeren
jij zou castigeren
hij zou castigeren
wij zouden castigeren
jullie zouden castigeren
zij zouden castigeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecastigeerd hebben
jij zou gecastigeerd hebben
hij zou gecastigeerd hebben
wij zouden gecastigeerd hebben
jullie zouden gecastigeerd hebben
zij zouden gecastigeerd hebben

Gebiedende wijs
castigeer

Aanvoegende wijs
castigere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden