NL: cardiofitnessen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gecardiofitnesst
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik cardiofitness jij cardiofitnesst hij cardiofitnesst wij cardiofitnessen jullie cardiofitnessen zij cardiofitnessen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gecardiofitnesst jij hebt gecardiofitnesst hij heeft gecardiofitnesst wij hebben gecardiofitnesst jullie hebben gecardiofitnesst zij hebben gecardiofitnesst
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik cardiofitnesste jij cardiofitnesste hij cardiofitnesste wij cardiofitnessten jullie cardiofitnessten zij cardiofitnessten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gecardiofitnesst jij had gecardiofitnesst hij had gecardiofitnesst wij hadden gecardiofitnesst jullie hadden gecardiofitnesst zij hadden gecardiofitnesst
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal cardiofitnessen jij zult cardiofitnessen hij zal cardiofitnessen wij zullen cardiofitnessen jullie zullen cardiofitnessen zij zullen cardiofitnessen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gecardiofitnesst hebben jij zult gecardiofitnesst hebben hij zal gecardiofitnesst hebben wij zullen gecardiofitnesst hebben jullie zullen gecardiofitnesst hebben zij zullen gecardiofitnesst hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou cardiofitnessen jij zou cardiofitnessen hij zou cardiofitnessen wij zouden cardiofitnessen jullie zouden cardiofitnessen zij zouden cardiofitnessen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gecardiofitnesst hebben jij zou gecardiofitnesst hebben hij zou gecardiofitnesst hebben wij zouden gecardiofitnesst hebben jullie zouden gecardiofitnesst hebben zij zouden gecardiofitnesst hebben
|
Gebiedende wijs |
cardiofitness
|
Aanvoegende wijs |
cardiofitnesse |