Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: carboniseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecarboniseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik carboniseer
jij carboniseert
hij carboniseert
wij carboniseren
jullie carboniseren
zij carboniseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecarboniseerd
jij hebt gecarboniseerd
hij heeft gecarboniseerd
wij hebben gecarboniseerd
jullie hebben gecarboniseerd
zij hebben gecarboniseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik carboniseerde
jij carboniseerde
hij carboniseerde
wij carboniseerden
jullie carboniseerden
zij carboniseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecarboniseerd
jij had gecarboniseerd
hij had gecarboniseerd
wij hadden gecarboniseerd
jullie hadden gecarboniseerd
zij hadden gecarboniseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal carboniseren
jij zult carboniseren
hij zal carboniseren
wij zullen carboniseren
jullie zullen carboniseren
zij zullen carboniseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecarboniseerd hebben
jij zult gecarboniseerd hebben
hij zal gecarboniseerd hebben
wij zullen gecarboniseerd hebben
jullie zullen gecarboniseerd hebben
zij zullen gecarboniseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou carboniseren
jij zou carboniseren
hij zou carboniseren
wij zouden carboniseren
jullie zouden carboniseren
zij zouden carboniseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecarboniseerd hebben
jij zou gecarboniseerd hebben
hij zou gecarboniseerd hebben
wij zouden gecarboniseerd hebben
jullie zouden gecarboniseerd hebben
zij zouden gecarboniseerd hebben

Gebiedende wijs
carboniseer

Aanvoegende wijs
carbonisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden