Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: canoniseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecanoniseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik canoniseer
jij canoniseert
hij canoniseert
wij canoniseren
jullie canoniseren
zij canoniseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecanoniseerd
jij hebt gecanoniseerd
hij heeft gecanoniseerd
wij hebben gecanoniseerd
jullie hebben gecanoniseerd
zij hebben gecanoniseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik canoniseerde
jij canoniseerde
hij canoniseerde
wij canoniseerden
jullie canoniseerden
zij canoniseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecanoniseerd
jij had gecanoniseerd
hij had gecanoniseerd
wij hadden gecanoniseerd
jullie hadden gecanoniseerd
zij hadden gecanoniseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal canoniseren
jij zult canoniseren
hij zal canoniseren
wij zullen canoniseren
jullie zullen canoniseren
zij zullen canoniseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecanoniseerd hebben
jij zult gecanoniseerd hebben
hij zal gecanoniseerd hebben
wij zullen gecanoniseerd hebben
jullie zullen gecanoniseerd hebben
zij zullen gecanoniseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou canoniseren
jij zou canoniseren
hij zou canoniseren
wij zouden canoniseren
jullie zouden canoniseren
zij zouden canoniseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecanoniseerd hebben
jij zou gecanoniseerd hebben
hij zou gecanoniseerd hebben
wij zouden gecanoniseerd hebben
jullie zouden gecanoniseerd hebben
zij zouden gecanoniseerd hebben

Gebiedende wijs
canoniseer

Aanvoegende wijs
canonisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden