NL: campaignen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gecampaignd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik campaign jij campaignt hij campaignt wij campaignen jullie campaignen zij campaignen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gecampaignd jij hebt gecampaignd hij heeft gecampaignd wij hebben gecampaignd jullie hebben gecampaignd zij hebben gecampaignd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik campaignede jij campaignede hij campaignede wij campaignden jullie campaignden zij campaignden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gecampaignd jij had gecampaignd hij had gecampaignd wij hadden gecampaignd jullie hadden gecampaignd zij hadden gecampaignd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal campaignen jij zult campaignen hij zal campaignen wij zullen campaignen jullie zullen campaignen zij zullen campaignen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gecampaignd hebben jij zult gecampaignd hebben hij zal gecampaignd hebben wij zullen gecampaignd hebben jullie zullen gecampaignd hebben zij zullen gecampaignd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou campaignen jij zou campaignen hij zou campaignen wij zouden campaignen jullie zouden campaignen zij zouden campaignen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gecampaignd hebben jij zou gecampaignd hebben hij zou gecampaignd hebben wij zouden gecampaignd hebben jullie zouden gecampaignd hebben zij zouden gecampaignd hebben
|
Gebiedende wijs |
campaign
|
Aanvoegende wijs |
campaigne |