Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: camoufleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecamoufleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik camoufleer
jij camoufleert
hij camoufleert
wij camoufleren
jullie camoufleren
zij camoufleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecamoufleerd
jij hebt gecamoufleerd
hij heeft gecamoufleerd
wij hebben gecamoufleerd
jullie hebben gecamoufleerd
zij hebben gecamoufleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik camoufleerde
jij camoufleerde
hij camoufleerde
wij camoufleerden
jullie camoufleerden
zij camoufleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecamoufleerd
jij had gecamoufleerd
hij had gecamoufleerd
wij hadden gecamoufleerd
jullie hadden gecamoufleerd
zij hadden gecamoufleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal camoufleren
jij zult camoufleren
hij zal camoufleren
wij zullen camoufleren
jullie zullen camoufleren
zij zullen camoufleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecamoufleerd hebben
jij zult gecamoufleerd hebben
hij zal gecamoufleerd hebben
wij zullen gecamoufleerd hebben
jullie zullen gecamoufleerd hebben
zij zullen gecamoufleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou camoufleren
jij zou camoufleren
hij zou camoufleren
wij zouden camoufleren
jullie zouden camoufleren
zij zouden camoufleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecamoufleerd hebben
jij zou gecamoufleerd hebben
hij zou gecamoufleerd hebben
wij zouden gecamoufleerd hebben
jullie zouden gecamoufleerd hebben
zij zouden gecamoufleerd hebben

Gebiedende wijs
camoufleer

Aanvoegende wijs
camouflere

Voorbeelden

  1. Activeer camoufleer toestel.
    Engage cloaking device.
  2. camoufleren en misleiden
    maskirovka
  3. Het kan zich camoufleren.
    It can camouflage!
  4. Kunnen we de stad camoufleren?
    Are we prepared to cloak the city?
  5. We zouden z' n leeftijd kunnen camoufleren.
    Maybe there 's a way to offset his oldness.
  6. Kan Sigrid me niet nog wat camoufleren?
    Can 't Sigrid teabag me a little bit more?
  7. Maakt het makkelijker om de moord te camoufleren.
    Makes it easier to cover up murder.
  8. Ze hebben ammoniak gebruikt om de geur te camoufleren.
    They 've put ammonia down to cover the scent.
  9. Washington weet zeker dat Yamamoto zijn echte doelen wil camoufleren.
    Washington 's sure Yamamoto 's feeding you this to hide his plans.
  10. Het zou het schip moeten camoufleren zodra hij klaar is dan.
    It should effectively mask the ship... when it 's ready.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden