Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: buzzen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebuzzd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik buzz
jij buzzt
hij buzzt
wij buzzen
jullie buzzen
zij buzzen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebuzzd
jij hebt gebuzzd
hij heeft gebuzzd
wij hebben gebuzzd
jullie hebben gebuzzd
zij hebben gebuzzd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik buzzde
jij buzzde
hij buzzde
wij buzzden
jullie buzzden
zij buzzden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebuzzd
jij had gebuzzd
hij had gebuzzd
wij hadden gebuzzd
jullie hadden gebuzzd
zij hadden gebuzzd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal buzzen
jij zult buzzen
hij zal buzzen
wij zullen buzzen
jullie zullen buzzen
zij zullen buzzen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebuzzd hebben
jij zult gebuzzd hebben
hij zal gebuzzd hebben
wij zullen gebuzzd hebben
jullie zullen gebuzzd hebben
zij zullen gebuzzd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou buzzen
jij zou buzzen
hij zou buzzen
wij zouden buzzen
jullie zouden buzzen
zij zouden buzzen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebuzzd hebben
jij zou gebuzzd hebben
hij zou gebuzzd hebben
wij zouden gebuzzd hebben
jullie zouden gebuzzd hebben
zij zouden gebuzzd hebben

Gebiedende wijs
buzz

Aanvoegende wijs
buzze

Voorbeelden

  1. De Japanese buzz laten buzzen.
    Get the japanese buzz buzzing.
  2. Buzz, buzz, stuntel
    Buzz, buzz, bumble
  3. Buzz, Buzz, alles goed met je?
    Buzz, Buzz, are you okay?
  4. Buzz buzz buzz, chirp chirp chirp En een paar la-di-das
    Buzz buzz buzz, chirp chirp chirp And a couple of la-di-das
  5. Goed gezien, Buzz.
    Good catch, Buzz.
  6. Uitstekend werk, Buzz.
    Excellent work, Buzz.
  7. Graag gedaan, Buzz.
    You 're welcome, Buzz.
  8. Bel Buzz alsjeblieft.
    Please call Buzz.
  9. Er is geen betere buzz dan een tequila buzz.
    There is no better buzz than a tequila buzz.
  10. Ze noemen me Buzz.
    They call me Buzz.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden