Voorbeelden

1. Well, bustle about, old chap.
   nou, handen uit de mouwen, ouwe kerel.
2. The court 's hustle and bustle.
   Het hof bruist van leven.
3. A sort of Belgravia without the bustle.
   Het lijkt op Belgravia maar dan zonder de drukte.
4. There 's a bustle in my hedgerow.
   Er is een drukte in mijn haag.
5. Does this bustle make my bottom look enormous?
   Doet deze hoepelrok mijn billen enorm lijken?
6. Hustle and bustle at the market square and bathhouse
   De markt en het badhuis: een drukte van belang
7. A woman should be halfway between bustle and nothing.
   Een vrouw moet halverwege zijn tussen drukte en niets.
8. But when the day 's hustle And bustle is done
   Maar als de dagelijkse Drukte gedaan is
9. She 's a native of Montana, hates the hustle and bustle of the big city.
   Geboren in Montana, haat de drukte van het stadsleven.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden