Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bungeejumpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebungeejumpt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bungeejump
jij bungeejumpt
hij bungeejumpt
wij bungeejumpen
jullie bungeejumpen
zij bungeejumpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebungeejumpt
jij hebt gebungeejumpt
hij heeft gebungeejumpt
wij hebben gebungeejumpt
jullie hebben gebungeejumpt
zij hebben gebungeejumpt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bungeejumpte
jij bungeejumpte
hij bungeejumpte
wij bungeejumpten
jullie bungeejumpten
zij bungeejumpten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebungeejumpt
jij had gebungeejumpt
hij had gebungeejumpt
wij hadden gebungeejumpt
jullie hadden gebungeejumpt
zij hadden gebungeejumpt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bungeejumpen
jij zult bungeejumpen
hij zal bungeejumpen
wij zullen bungeejumpen
jullie zullen bungeejumpen
zij zullen bungeejumpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebungeejumpt hebben
jij zult gebungeejumpt hebben
hij zal gebungeejumpt hebben
wij zullen gebungeejumpt hebben
jullie zullen gebungeejumpt hebben
zij zullen gebungeejumpt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bungeejumpen
jij zou bungeejumpen
hij zou bungeejumpen
wij zouden bungeejumpen
jullie zouden bungeejumpen
zij zouden bungeejumpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebungeejumpt hebben
jij zou gebungeejumpt hebben
hij zou gebungeejumpt hebben
wij zouden gebungeejumpt hebben
jullie zouden gebungeejumpt hebben
zij zouden gebungeejumpt hebben

Gebiedende wijs
bungeejump

Aanvoegende wijs
bungeejumpe

Voorbeelden

  1. Bungeejumpen, boarden.
    Bungee jumping, heli boarding.
  2. Zee kajakken, abseilen, bungeejumpen.
    Sea kayaking, zip lining, bungee?
  3. Doen ze ook aan bungeejumpen?
    Why not even at bungee-jumping?
  4. Daarom moest ik vandaag eigenlijk bungeejumpen.
    That 's why I was supposed to go bungee jumping earlier today.
  5. Simon, ben jij aan het bungeejumpen?
    Simon, are you the bungee jumping?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden