Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bumpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebumpt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bump
jij bumpt
hij bumpt
wij bumpen
jullie bumpen
zij bumpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebumpt
jij hebt gebumpt
hij heeft gebumpt
wij hebben gebumpt
jullie hebben gebumpt
zij hebben gebumpt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bumpte
jij bumpte
hij bumpte
wij bumpten
jullie bumpten
zij bumpten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebumpt
jij had gebumpt
hij had gebumpt
wij hadden gebumpt
jullie hadden gebumpt
zij hadden gebumpt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bumpen
jij zult bumpen
hij zal bumpen
wij zullen bumpen
jullie zullen bumpen
zij zullen bumpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebumpt hebben
jij zult gebumpt hebben
hij zal gebumpt hebben
wij zullen gebumpt hebben
jullie zullen gebumpt hebben
zij zullen gebumpt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bumpen
jij zou bumpen
hij zou bumpen
wij zouden bumpen
jullie zouden bumpen
zij zouden bumpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebumpt hebben
jij zou gebumpt hebben
hij zou gebumpt hebben
wij zouden gebumpt hebben
jullie zouden gebumpt hebben
zij zouden gebumpt hebben

Gebiedende wijs
bump

Aanvoegende wijs
bumpe

Voorbeelden

  1. Ik wil je sexy lichaam bump, bump, bump zien doen.
    I want to see your sexy body go bump, bump, bump.
  2. Bump, heb je hem?
    Bump, you got him? Yeah.
  3. Deze heet de Bump.
    They call this one The Bump.
  4. Bump, Scottie, en Mike.
    Bump, Scottie, and Mike!
  5. Dit noemen ze de bump.
    They call this one The Bump.
  6. Wil je een kont bump doen?
    You want to do a butt bump?
  7. Heb je het niet meegenomen, Bump?
    You didn 't take it, bump.
  8. En als we samen de bump doen?
    What happens if we bump together?
  9. Laten we allemaal voor' n minuut de bump doen
    Just for a minute let 's all do the bump
  10. Ik betwijfel dat Bump en Scottie iets te doen hebben.
    Doubt Bump and Scottie have anything going on.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden