Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bulldozeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebulldozerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bulldozer
jij bulldozert
hij bulldozert
wij bulldozeren
jullie bulldozeren
zij bulldozeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebulldozerd
jij hebt gebulldozerd
hij heeft gebulldozerd
wij hebben gebulldozerd
jullie hebben gebulldozerd
zij hebben gebulldozerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bulldozerde
jij bulldozerde
hij bulldozerde
wij bulldozerden
jullie bulldozerden
zij bulldozerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebulldozerd
jij had gebulldozerd
hij had gebulldozerd
wij hadden gebulldozerd
jullie hadden gebulldozerd
zij hadden gebulldozerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bulldozeren
jij zult bulldozeren
hij zal bulldozeren
wij zullen bulldozeren
jullie zullen bulldozeren
zij zullen bulldozeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebulldozerd hebben
jij zult gebulldozerd hebben
hij zal gebulldozerd hebben
wij zullen gebulldozerd hebben
jullie zullen gebulldozerd hebben
zij zullen gebulldozerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bulldozeren
jij zou bulldozeren
hij zou bulldozeren
wij zouden bulldozeren
jullie zouden bulldozeren
zij zouden bulldozeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebulldozerd hebben
jij zou gebulldozerd hebben
hij zou gebulldozerd hebben
wij zouden gebulldozerd hebben
jullie zouden gebulldozerd hebben
zij zouden gebulldozerd hebben

Gebiedende wijs
bulldozer

Aanvoegende wijs
bulldozere

Voorbeelden

  1. hefcilinder op bulldozer
    blade lift cylinder
  2. rups op bulldozer
    track
  3. Behalve een bulldozer.
    Except a bulldozer.
  4. Bulldozer Barney Rubble... tegen...
    Battling Barney Rubble... Versus...
  5. Heb je een bulldozer?
    Do you have a bulldozer? Pfft.
  6. Ik ben een bulldozer.
    I 'm a bulldozer.
  7. Die bulldozer kan alles trekken.
    That Cat can pull anything.
  8. Hebben jullie die bulldozer gezien?
    Did you see the bulldozer out front?
  9. Breng je bulldozer alvast mee.
    Bring your own bulldozer.
  10. Je bulldozer is een pestkop.
    Your bulldozer 's a bully-dozer!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden