Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bulderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebulderd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bulder
jij buldert
hij buldert
wij bulderen
jullie bulderen
zij bulderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebulderd
jij hebt gebulderd
hij heeft gebulderd
wij hebben gebulderd
jullie hebben gebulderd
zij hebben gebulderd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bulderde
jij bulderde
hij bulderde
wij bulderden
jullie bulderden
zij bulderden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebulderd
jij had gebulderd
hij had gebulderd
wij hadden gebulderd
jullie hadden gebulderd
zij hadden gebulderd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bulderen
jij zult bulderen
hij zal bulderen
wij zullen bulderen
jullie zullen bulderen
zij zullen bulderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebulderd hebben
jij zult gebulderd hebben
hij zal gebulderd hebben
wij zullen gebulderd hebben
jullie zullen gebulderd hebben
zij zullen gebulderd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bulderen
jij zou bulderen
hij zou bulderen
wij zouden bulderen
jullie zouden bulderen
zij zouden bulderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebulderd hebben
jij zou gebulderd hebben
hij zou gebulderd hebben
wij zouden gebulderd hebben
jullie zouden gebulderd hebben
zij zouden gebulderd hebben

Gebiedende wijs
bulder

Aanvoegende wijs
buldere

Voorbeelden

  1. Het bulderen van de bittere afgeknapten!
    The bellowing of the bitterly bummed out!
  2. Alle grote redenaars bulderen voordat ze spreken.
    All great orators roar before commencing their speeches.
  3. Laten we dan even bulderen van' t lachen.
    Let 's take a moment and have a good laugh.
  4. Ga dan naar het Tower Circus waar hij, samen met internationale optredens, het hele gezin paf doet staan en laat bulderen van het lachen
    Then head to the Tower Circus where along with international acts he will have the whole family gasping and guffawing

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden