Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bubblen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebubbled

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bubble
jij bubblet
hij bubblet
wij bubblen
jullie bubblen
zij bubblen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebubbled
jij hebt gebubbled
hij heeft gebubbled
wij hebben gebubbled
jullie hebben gebubbled
zij hebben gebubbled

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bubblede
jij bubblede
hij bubblede
wij bubbleden
jullie bubbleden
zij bubbleden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebubbled
jij had gebubbled
hij had gebubbled
wij hadden gebubbled
jullie hadden gebubbled
zij hadden gebubbled

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bubblen
jij zult bubblen
hij zal bubblen
wij zullen bubblen
jullie zullen bubblen
zij zullen bubblen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebubbled hebben
jij zult gebubbled hebben
hij zal gebubbled hebben
wij zullen gebubbled hebben
jullie zullen gebubbled hebben
zij zullen gebubbled hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bubblen
jij zou bubblen
hij zou bubblen
wij zouden bubblen
jullie zouden bubblen
zij zouden bubblen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebubbled hebben
jij zou gebubbled hebben
hij zou gebubbled hebben
wij zouden gebubbled hebben
jullie zouden gebubbled hebben
zij zouden gebubbled hebben

Gebiedende wijs
bubble

Aanvoegende wijs
bubble

Voorbeelden

  1. Wakker worden, Bubble.
    Come on, wake up!
  2. Houd Bubble vast!
    Hold on to Bubble!
  3. Deze goedkope bubble?
    This dime-store bauble?
  4. Ik noemde hem Bubble.
    I called him Bubble.
  5. Bubble, heb je bewogen?
    Bubble, have you moved?
  6. Heeft Bubble daar een huis?
    Bubble has a house there?
  7. Jij bent ook erg mager, Bubble.
    You 're very thin, Bubble.
  8. Bubble, luister. Wat houdt jouw baantje in?
    Bubble, listen, what is your job?
  9. Bubble, ik loop net het kantoor in.
    Bubble, I 'm coming into the office.
  10. Je bent niet in de bubble meer!
    You 're not in the bubble anymore!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden