Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: brullen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebruld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik brul
jij brult
hij brult
wij brullen
jullie brullen
zij brullen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebruld
jij hebt gebruld
hij heeft gebruld
wij hebben gebruld
jullie hebben gebruld
zij hebben gebruld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik brulde
jij brulde
hij brulde
wij brulden
jullie brulden
zij brulden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebruld
jij had gebruld
hij had gebruld
wij hadden gebruld
jullie hadden gebruld
zij hadden gebruld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal brullen
jij zult brullen
hij zal brullen
wij zullen brullen
jullie zullen brullen
zij zullen brullen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebruld hebben
jij zult gebruld hebben
hij zal gebruld hebben
wij zullen gebruld hebben
jullie zullen gebruld hebben
zij zullen gebruld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou brullen
jij zou brullen
hij zou brullen
wij zouden brullen
jullie zouden brullen
zij zouden brullen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebruld hebben
jij zou gebruld hebben
hij zou gebruld hebben
wij zouden gebruld hebben
jullie zouden gebruld hebben
zij zouden gebruld hebben

Gebiedende wijs
brul

Aanvoegende wijs
brulle

Voorbeelden

  1. Welke brul gebruik je?
    Which Scare do you use?
  2. De brul van het geld.
    The roar of money.
  3. De Boneknapper heeft helemaal geen brul.
    The Boneknapper has no roar at all.
  4. Met een brul die klonk als donder...
    With a roar that sounded like thunder...
  5. Ik ben een stier en ik brul.
    I 'm a bull and I roar.
  6. Ik ben Catwoman... hoor hoe ik brul.
    I am Catwoman hear me roar.
  7. Ik heb een brul van het kanon gehoord.
    I have heard one roar of cannon.
  8. Niemand kan jou vinden, dus geef even een brul.
    Nobody 's been able to find you, so give us a shout.
  9. # Een vreselijke tijgerachtige brul Dat zou ik zijn, hoo-hoo...
    # A terrible Tigger-type roar That would be me, hoo-hoo
  10. Brullen, lopen, lopen, brullen!
    Shouting, running, running, shouting!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden