Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: browsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebrowsed

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik browse
jij browset
hij browset
wij browsen
jullie browsen
zij browsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebrowsed
jij hebt gebrowsed
hij heeft gebrowsed
wij hebben gebrowsed
jullie hebben gebrowsed
zij hebben gebrowsed

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik browsede
jij browsede
hij browsede
wij browseden
jullie browseden
zij browseden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebrowsed
jij had gebrowsed
hij had gebrowsed
wij hadden gebrowsed
jullie hadden gebrowsed
zij hadden gebrowsed

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal browsen
jij zult browsen
hij zal browsen
wij zullen browsen
jullie zullen browsen
zij zullen browsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebrowsed hebben
jij zult gebrowsed hebben
hij zal gebrowsed hebben
wij zullen gebrowsed hebben
jullie zullen gebrowsed hebben
zij zullen gebrowsed hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou browsen
jij zou browsen
hij zou browsen
wij zouden browsen
jullie zouden browsen
zij zouden browsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebrowsed hebben
jij zou gebrowsed hebben
hij zou gebrowsed hebben
wij zouden gebrowsed hebben
jullie zouden gebrowsed hebben
zij zouden gebrowsed hebben

Gebiedende wijs
browse

Aanvoegende wijs
browse

Voorbeelden

  1. Nu, laat het browsen beginnen.
    Now, let the browsing com mence.
  2. Niet meer browsen zonder reden.
    No more browsing for no apparent reason.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden