NL: browsen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gebrowsed
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik browse jij browset hij browset wij browsen jullie browsen zij browsen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gebrowsed jij hebt gebrowsed hij heeft gebrowsed wij hebben gebrowsed jullie hebben gebrowsed zij hebben gebrowsed
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik browsede jij browsede hij browsede wij browseden jullie browseden zij browseden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gebrowsed jij had gebrowsed hij had gebrowsed wij hadden gebrowsed jullie hadden gebrowsed zij hadden gebrowsed
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal browsen jij zult browsen hij zal browsen wij zullen browsen jullie zullen browsen zij zullen browsen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gebrowsed hebben jij zult gebrowsed hebben hij zal gebrowsed hebben wij zullen gebrowsed hebben jullie zullen gebrowsed hebben zij zullen gebrowsed hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou browsen jij zou browsen hij zou browsen wij zouden browsen jullie zouden browsen zij zouden browsen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gebrowsed hebben jij zou gebrowsed hebben hij zou gebrowsed hebben wij zouden gebrowsed hebben jullie zouden gebrowsed hebben zij zouden gebrowsed hebben
|
Gebiedende wijs |
browse
|
Aanvoegende wijs |
browse |