Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: brokkelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebrokkeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik brokkel
jij brokkelt
hij brokkelt
wij brokkelen
jullie brokkelen
zij brokkelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebrokkeld
jij hebt gebrokkeld
hij heeft gebrokkeld
wij hebben gebrokkeld
jullie hebben gebrokkeld
zij hebben gebrokkeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik brokkelde
jij brokkelde
hij brokkelde
wij brokkelden
jullie brokkelden
zij brokkelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebrokkeld
jij had gebrokkeld
hij had gebrokkeld
wij hadden gebrokkeld
jullie hadden gebrokkeld
zij hadden gebrokkeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal brokkelen
jij zult brokkelen
hij zal brokkelen
wij zullen brokkelen
jullie zullen brokkelen
zij zullen brokkelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebrokkeld hebben
jij zult gebrokkeld hebben
hij zal gebrokkeld hebben
wij zullen gebrokkeld hebben
jullie zullen gebrokkeld hebben
zij zullen gebrokkeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou brokkelen
jij zou brokkelen
hij zou brokkelen
wij zouden brokkelen
jullie zouden brokkelen
zij zouden brokkelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebrokkeld hebben
jij zou gebrokkeld hebben
hij zou gebrokkeld hebben
wij zouden gebrokkeld hebben
jullie zouden gebrokkeld hebben
zij zouden gebrokkeld hebben

Gebiedende wijs
brokkel

Aanvoegende wijs
brokkele

Voorbeelden

  1. het eiland is voorbestemd om ook af te brokkelen.
    The island is destined to crumble with it.
  2. De muren van Fort Europa begonnen af te brokkelen.
    The walls of Fortress Europe began to crumble.
  3. Ik denk dat ze zal brokkelen na de eerste klap.
    I think she 'll crumble after the first punch.
  4. Ik moet altijd wat in de melk te brokkelen hebben.
    Never could keep my spoon out of the broth.
  5. Zijn 50 seconden verstrijken en brokkelen kilometer na kilometer af.
    His 50-second lead slips away as each kilometre goes by.
  6. Dan moet je maar bij iemand anders in de melk brokkelen. Ik doe het niet.
    Then pull your staff with one of your other writers. I 'm not doing it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden