Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: brevetteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebrevetteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik brevetteer
jij brevetteert
hij brevetteert
wij brevetteren
jullie brevetteren
zij brevetteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebrevetteerd
jij hebt gebrevetteerd
hij heeft gebrevetteerd
wij hebben gebrevetteerd
jullie hebben gebrevetteerd
zij hebben gebrevetteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik brevetteerde
jij brevetteerde
hij brevetteerde
wij brevetteerden
jullie brevetteerden
zij brevetteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebrevetteerd
jij had gebrevetteerd
hij had gebrevetteerd
wij hadden gebrevetteerd
jullie hadden gebrevetteerd
zij hadden gebrevetteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal brevetteren
jij zult brevetteren
hij zal brevetteren
wij zullen brevetteren
jullie zullen brevetteren
zij zullen brevetteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebrevetteerd hebben
jij zult gebrevetteerd hebben
hij zal gebrevetteerd hebben
wij zullen gebrevetteerd hebben
jullie zullen gebrevetteerd hebben
zij zullen gebrevetteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou brevetteren
jij zou brevetteren
hij zou brevetteren
wij zouden brevetteren
jullie zouden brevetteren
zij zouden brevetteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebrevetteerd hebben
jij zou gebrevetteerd hebben
hij zou gebrevetteerd hebben
wij zouden gebrevetteerd hebben
jullie zouden gebrevetteerd hebben
zij zouden gebrevetteerd hebben

Gebiedende wijs
brevetteer

Aanvoegende wijs
brevettere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden