1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. bread

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to bread    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
breading

Present simple (ott)
I bread
you bread
he breads
we bread
you bread
they bread

Present perfect (vtt)
I have breaded
you have breaded
he has breaded
we have breaded
you have breaded
they have breaded

Past Simple (ovt)
I breaded
you breaded
he breaded
we breaded
you breaded
they breaded

Past perfect (vvt)
I had breaded
you had breaded
he had breaded
we had breaded
you had breaded
they had breaded

Present future (ottt)
I will bread
you will bread
he will bread
we will bread
you will bread
they will bread

Present future perfect (vttt)
I will have breaded
you will have breaded
he will have breaded
we will have breaded
you will have breaded
they will have breaded

Past future (ovtt)
I would bread
you would bread
he would bread
we would bread
you would bread
they would bread

Past future perfect (vvtt)
I would have breaded
you would have breaded
he would have breaded
we would have breaded
you would have breaded
they would have breaded


Voorbeelden

  1. Bread rolls, French bread!
    Broodjes, stokbrood!
  2. Now, bread, do you need bread?
    Oké dan, brood, heb je brood nodig?
  3. Bread, who will buy my bread?
    Brood, wie koopt mijn brood?
  4. bread with pepper, bread with sugar...
    Brood met peper, brood met suiker...
  5. Call them day-olds, old bread, rock bread.
    Brood van een dag oud, oud brood, hard brood.
  6. Bread is universal.
    Brood is universeel.
  7. Bread with frites...
    Brood met panelle...
  8. Wheat, bread, flour.
    Tarwe, brood, bloem.
  9. Especially the bread.
    Vooral het brood.
  10. # Bread of Heaven
    # Brood van de Hemel

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try