Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to brag    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
bragging

Present simple (ott)
I brag
you brag
he brags
we brag
you brag
they brag

Present perfect (vtt)
I have bragged
you have bragged
he has bragged
we have bragged
you have bragged
they have bragged

Past Simple (ovt)
I bragged
you bragged
he bragged
we bragged
you bragged
they bragged

Past perfect (vvt)
I had bragged
you had bragged
he had bragged
we had bragged
you had bragged
they had bragged

Present future (ottt)
I will brag
you will brag
he will brag
we will brag
you will brag
they will brag

Present future perfect (vttt)
I will have bragged
you will have bragged
he will have bragged
we will have bragged
you will have bragged
they will have bragged

Past future (ovtt)
I would brag
you would brag
he would brag
we would brag
you would brag
they would brag

Past future perfect (vvtt)
I would have bragged
you would have bragged
he would have bragged
we would have bragged
you would have bragged
they would have bragged


Voorbeelden

  1. You love to brag.
    Je houdt van opscheppen.
  2. Don 't brag about it.
    Niet over opscheppen.
  3. Should not brag about that.
    Daar moet ze niet over opscheppen.
  4. You can brag, you know.
    Je mag opscheppen, weet je.
  5. Go! Brag To Your Friends.
    Poch bij je vrienden.
  6. I wouldn 't brag about that.
    Over zoiets zou ik niet opscheppen.
  7. This is three card brag, gentlemen.
    Dit is een bluf van drie kaarten, heren.
  8. Well, don 't brag so much!
    Nou, niet zoveel opscheppen!
  9. I don 't like to brag.
    Ik hou niet van opscheppen.
  10. Dude, that 's not a brag!
    Gast, daar schep je niet over op!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden