Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bovenkomen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bovengekomen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kom boven
jij komt boven
hij komt boven
wij komen boven
jullie komen boven
zij komen boven

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bovenkom
dat jij bovenkomt
dat hij bovenkomt
dat wij bovenkomen
dat jullie bovenkomen
dat zij bovenkomen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben bovengekomen
jij bent bovengekomen
hij is bovengekomen
wij zijn bovengekomen
jullie zijn bovengekomen
zij zijn bovengekomen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kwam boven
jij kwam boven
hij kwam boven
wij kwamen boven
jullie kwamen boven
zij kwamen boven

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bovenkwam
dat jij bovenkwam
dat hij bovenkwam
dat wij bovenkwamen
dat jullie bovenkwamen
dat zij bovenkwamen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was bovengekomen
jij was bovengekomen
hij was bovengekomen
wij waren bovengekomen
jullie waren bovengekomen
zij waren bovengekomen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bovenkomen
jij zult bovenkomen
hij zal bovenkomen
wij zullen bovenkomen
jullie zullen bovenkomen
zij zullen bovenkomen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bovengekomen zijn
jij zult bovengekomen zijn
hij zal bovengekomen zijn
wij zullen bovengekomen zijn
jullie zullen bovengekomen zijn
zij zullen bovengekomen zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bovenkomen
jij zou bovenkomen
hij zou bovenkomen
wij zouden bovenkomen
jullie zouden bovenkomen
zij zouden bovenkomen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bovengekomen zijn
jij zou bovengekomen zijn
hij zou bovengekomen zijn
wij zouden bovengekomen zijn
jullie zouden bovengekomen zijn
zij zouden bovengekomen zijn

Gebiedende wijs
kom boven

Aanvoegende wijs
bovenkome

Voorbeelden

  1. Maude, kom boven.
    Maude, come upstairs.
  2. Johnny, kom boven, nu.
    Johnny, upstairs, now.
  3. Kom boven, dan kunnen we even praten.
    Get up here. Let 's have a chat.
  4. Kom, boven zal nog wel een uitgang zijn.
    Come on. There 's got to be a way out upstairs.
  5. Ik kom boven om te controleren in 10 minuten.
    I 'm gonna be up to check on you guys in 10 minutes.
  6. De waarheid zal bovenkomen.
    The truth can be known
  7. Wil je even bovenkomen, alsjeblieft?
    could you come upstairs, please?
  8. Ik hoorde je niet bovenkomen.
    I didn 't hear you come up.
  9. U blijft bij ons tot we weer bovenkomen.
    You 'll be riding the vents until we surface on the other side.
  10. De waarheid zou bovenkomen in een verhit, gepassioneerde gevecht.
    The truth would be revealed in a heated, passionate roll.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden