Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: boodschappen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geboodschapt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik boodschap
jij boodschapt
hij boodschapt
wij boodschappen
jullie boodschappen
zij boodschappen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geboodschapt
jij hebt geboodschapt
hij heeft geboodschapt
wij hebben geboodschapt
jullie hebben geboodschapt
zij hebben geboodschapt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik boodschapte
jij boodschapte
hij boodschapte
wij boodschapten
jullie boodschapten
zij boodschapten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geboodschapt
jij had geboodschapt
hij had geboodschapt
wij hadden geboodschapt
jullie hadden geboodschapt
zij hadden geboodschapt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal boodschappen
jij zult boodschappen
hij zal boodschappen
wij zullen boodschappen
jullie zullen boodschappen
zij zullen boodschappen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geboodschapt hebben
jij zult geboodschapt hebben
hij zal geboodschapt hebben
wij zullen geboodschapt hebben
jullie zullen geboodschapt hebben
zij zullen geboodschapt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou boodschappen
jij zou boodschappen
hij zou boodschappen
wij zouden boodschappen
jullie zouden boodschappen
zij zouden boodschappen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geboodschapt hebben
jij zou geboodschapt hebben
hij zou geboodschapt hebben
wij zouden geboodschapt hebben
jullie zouden geboodschapt hebben
zij zouden geboodschapt hebben

Gebiedende wijs
boodschap

Aanvoegende wijs
boodschappe

Voorbeelden

  1. Als deze boodschap... als deze boodschap
    If this message has... If this message...
  2. Blije boodschap...
    And on that cheery note...
  3. Boodschap ontvangen.
    [ Thinks ] Message received.
  4. Boodschap ontvangen.
    Message received.
  5. Boodschap afspelen.
    Message playback.
  6. Boodschap overgebracht.
    Message conveyed.
  7. Mijn boodschap is simpel. Dit is mijn boodschap:
    My message is simple, my message is this.
  8. Boodschap begrepen, chef.
    Message delivered, Chief.
  9. Een boodschap dus.
    They like to send a message.
  10. Een boodschap sturen.
    Sending a message.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden