Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bonzen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebonsd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bons
jij bonst
hij bonst
wij bonzen
jullie bonzen
zij bonzen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebonsd
jij hebt gebonsd
hij heeft gebonsd
wij hebben gebonsd
jullie hebben gebonsd
zij hebben gebonsd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bonsde
jij bonsde
hij bonsde
wij bonsden
jullie bonsden
zij bonsden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebonsd
jij had gebonsd
hij had gebonsd
wij hadden gebonsd
jullie hadden gebonsd
zij hadden gebonsd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bonzen
jij zult bonzen
hij zal bonzen
wij zullen bonzen
jullie zullen bonzen
zij zullen bonzen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebonsd hebben
jij zult gebonsd hebben
hij zal gebonsd hebben
wij zullen gebonsd hebben
jullie zullen gebonsd hebben
zij zullen gebonsd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bonzen
jij zou bonzen
hij zou bonzen
wij zouden bonzen
jullie zouden bonzen
zij zouden bonzen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebonsd hebben
jij zou gebonsd hebben
hij zou gebonsd hebben
wij zouden gebonsd hebben
jullie zouden gebonsd hebben
zij zouden gebonsd hebben

Gebiedende wijs
bons

Aanvoegende wijs
bonze

Voorbeelden

  1. Vandaar die bons.
    That explains the thump.
  2. Geef Isabella de bons.
    You need to cut Isabella loose.
  3. Ik krijg de bons.
    I 'm being sacked.
  4. Kreeg Francesca de bons?
    Francesca was jilted?
  5. Hoe bedoel je een bons? .
    What do you mean a thump?
  6. Geef je me de bons?
    Are you breaking up with me?
  7. Mona geeft Ross de bons.
    Mona 's dumping Ross.
  8. Bons niet zo op die deur.
    Stop banging on that door.
  9. Daarom heb ik hem de bons gegeven.
    That 's why I dumped him.
  10. Hij denkt dat-ie me de bons gaf.
    He thinks he gave me the slip.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden