Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bokken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebokt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bok
jij bokt
hij bokt
wij bokken
jullie bokken
zij bokken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebokt
jij hebt gebokt
hij heeft gebokt
wij hebben gebokt
jullie hebben gebokt
zij hebben gebokt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bokte
jij bokte
hij bokte
wij bokten
jullie bokten
zij bokten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebokt
jij had gebokt
hij had gebokt
wij hadden gebokt
jullie hadden gebokt
zij hadden gebokt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bokken
jij zult bokken
hij zal bokken
wij zullen bokken
jullie zullen bokken
zij zullen bokken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebokt hebben
jij zult gebokt hebben
hij zal gebokt hebben
wij zullen gebokt hebben
jullie zullen gebokt hebben
zij zullen gebokt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bokken
jij zou bokken
hij zou bokken
wij zouden bokken
jullie zouden bokken
zij zouden bokken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebokt hebben
jij zou gebokt hebben
hij zou gebokt hebben
wij zouden gebokt hebben
jullie zouden gebokt hebben
zij zouden gebokt hebben

Gebiedende wijs
bok

Aanvoegende wijs
bokke

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden