NL: bodybuilden U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gebodybuild
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik bodybuild jij bodybuildt hij bodybuildt wij bodybuilden jullie bodybuilden zij bodybuilden
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gebodybuild jij hebt gebodybuild hij heeft gebodybuild wij hebben gebodybuild jullie hebben gebodybuild zij hebben gebodybuild
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik bodybuildde jij bodybuildde hij bodybuildde wij bodybuildden jullie bodybuildden zij bodybuildden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gebodybuild jij had gebodybuild hij had gebodybuild wij hadden gebodybuild jullie hadden gebodybuild zij hadden gebodybuild
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal bodybuilden jij zult bodybuilden hij zal bodybuilden wij zullen bodybuilden jullie zullen bodybuilden zij zullen bodybuilden
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gebodybuild hebben jij zult gebodybuild hebben hij zal gebodybuild hebben wij zullen gebodybuild hebben jullie zullen gebodybuild hebben zij zullen gebodybuild hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou bodybuilden jij zou bodybuilden hij zou bodybuilden wij zouden bodybuilden jullie zouden bodybuilden zij zouden bodybuilden
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gebodybuild hebben jij zou gebodybuild hebben hij zou gebodybuild hebben wij zouden gebodybuild hebben jullie zouden gebodybuild hebben zij zouden gebodybuild hebben
|
| Gebiedende wijs |
bodybuild
|
| Aanvoegende wijs |
| bodybuilde |