Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bluesrocken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebluesrockt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bluesrock
jij bluesrockt
hij bluesrockt
wij bluesrocken
jullie bluesrocken
zij bluesrocken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebluesrockt
jij hebt gebluesrockt
hij heeft gebluesrockt
wij hebben gebluesrockt
jullie hebben gebluesrockt
zij hebben gebluesrockt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bluesrockte
jij bluesrockte
hij bluesrockte
wij bluesrockten
jullie bluesrockten
zij bluesrockten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebluesrockt
jij had gebluesrockt
hij had gebluesrockt
wij hadden gebluesrockt
jullie hadden gebluesrockt
zij hadden gebluesrockt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bluesrocken
jij zult bluesrocken
hij zal bluesrocken
wij zullen bluesrocken
jullie zullen bluesrocken
zij zullen bluesrocken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebluesrockt hebben
jij zult gebluesrockt hebben
hij zal gebluesrockt hebben
wij zullen gebluesrockt hebben
jullie zullen gebluesrockt hebben
zij zullen gebluesrockt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bluesrocken
jij zou bluesrocken
hij zou bluesrocken
wij zouden bluesrocken
jullie zouden bluesrocken
zij zouden bluesrocken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebluesrockt hebben
jij zou gebluesrockt hebben
hij zou gebluesrockt hebben
wij zouden gebluesrockt hebben
jullie zouden gebluesrockt hebben
zij zouden gebluesrockt hebben

Gebiedende wijs
bluesrock

Aanvoegende wijs
bluesrocke

Voorbeelden

  1. [ Bluesrock muziek ] een andere.
    [ blues rock music playing ] Another one.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden