Voorbeelden

1. Tout le monde est bien blotti et installé?
   Iedereen ingeduffeld en gezellig hier?
2. Il s' est blotti tout seul juste sous mon bras.
   Hij verschool zich onder mijn arm.
3. Blotti au fond de cette glace protectrice, un petit être prend vie.
   Diep genesteld in dit beschermende ijs, gaat er een leventje net beginnen.
4. Vous êtes blotti avec Caroline dans ce lit tragiquement minuscule, et Ric...
   je lag te knuffelen met Caroline in dit tragische kleine bed, en Ric...
5. Le village d'Elm est blotti tout au fond de la vallée de la Sernf
   Het helemaal achteraan in het Sernftal gelegen dorp is Elm
6. Il s'installe dans la vieille-ville, blotti au centre de plus d'une centaine de maisons à colombage joyeusement décorées
   Deze omvat meer dan 100 feestelijk versierde vakwerkkraampjes en wordt eveneens in de oude stadskern gehouden
7. Glaris, le plus petit chef-lieu de canton de Suisse, est blotti entre des massifs montagneux au pied du Glärnisch
   Glarus, de kleinste kantonnale hoofdstad van Zwitserland, ligt verscholen tussen bergen aan de voet van de Glärnisch
8. Vous blottir comme une salope.
   Je moet je oprollen als een teef.
9. Je veux me blottir contre lui.
   Tot ik in het kuiltje lig.
10. je pourrais me blottir au pied du lit.
    Ik kan gewoon onder de voet van het bed rollen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden