Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: blonderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geblondeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik blondeer
jij blondeert
hij blondeert
wij blonderen
jullie blonderen
zij blonderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geblondeerd
jij hebt geblondeerd
hij heeft geblondeerd
wij hebben geblondeerd
jullie hebben geblondeerd
zij hebben geblondeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik blondeerde
jij blondeerde
hij blondeerde
wij blondeerden
jullie blondeerden
zij blondeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geblondeerd
jij had geblondeerd
hij had geblondeerd
wij hadden geblondeerd
jullie hadden geblondeerd
zij hadden geblondeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal blonderen
jij zult blonderen
hij zal blonderen
wij zullen blonderen
jullie zullen blonderen
zij zullen blonderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geblondeerd hebben
jij zult geblondeerd hebben
hij zal geblondeerd hebben
wij zullen geblondeerd hebben
jullie zullen geblondeerd hebben
zij zullen geblondeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou blonderen
jij zou blonderen
hij zou blonderen
wij zouden blonderen
jullie zouden blonderen
zij zouden blonderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geblondeerd hebben
jij zou geblondeerd hebben
hij zou geblondeerd hebben
wij zouden geblondeerd hebben
jullie zouden geblondeerd hebben
zij zouden geblondeerd hebben

Gebiedende wijs
blondeer

Aanvoegende wijs
blondere

Voorbeelden

  1. Ja, dit is geen fles blondeer.
    Yeah, this is no bottle blonde.
  2. Maar ik moest m' n haar blonderen.
    But they wanted my hair dyed blond...
  3. Of zal ik je tepels blonderen en je slaan?
    Maybe I 'll bleach your nipples and slap you in your face.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden