Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: blauwbekken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geblauwbekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik blauwbek
jij blauwbekt
hij blauwbekt
wij blauwbekken
jullie blauwbekken
zij blauwbekken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geblauwbekt
jij hebt geblauwbekt
hij heeft geblauwbekt
wij hebben geblauwbekt
jullie hebben geblauwbekt
zij hebben geblauwbekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik blauwbekte
jij blauwbekte
hij blauwbekte
wij blauwbekten
jullie blauwbekten
zij blauwbekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geblauwbekt
jij had geblauwbekt
hij had geblauwbekt
wij hadden geblauwbekt
jullie hadden geblauwbekt
zij hadden geblauwbekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal blauwbekken
jij zult blauwbekken
hij zal blauwbekken
wij zullen blauwbekken
jullie zullen blauwbekken
zij zullen blauwbekken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geblauwbekt hebben
jij zult geblauwbekt hebben
hij zal geblauwbekt hebben
wij zullen geblauwbekt hebben
jullie zullen geblauwbekt hebben
zij zullen geblauwbekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou blauwbekken
jij zou blauwbekken
hij zou blauwbekken
wij zouden blauwbekken
jullie zouden blauwbekken
zij zouden blauwbekken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geblauwbekt hebben
jij zou geblauwbekt hebben
hij zou geblauwbekt hebben
wij zouden geblauwbekt hebben
jullie zouden geblauwbekt hebben
zij zouden geblauwbekt hebben

Gebiedende wijs
blauwbek

Aanvoegende wijs
blauwbekke

Voorbeelden

  1. Oh, iets wat die Blauwbek noemde, ja.
    Oh, just something that Blueface mentioned, yeah.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden