Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: blaten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geblaat

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik blaat
jij blaat
hij blaat
wij blaten
jullie blaten
zij blaten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geblaat
jij hebt geblaat
hij heeft geblaat
wij hebben geblaat
jullie hebben geblaat
zij hebben geblaat

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik blaatte
jij blaatte
hij blaatte
wij blaatten
jullie blaatten
zij blaatten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geblaat
jij had geblaat
hij had geblaat
wij hadden geblaat
jullie hadden geblaat
zij hadden geblaat

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal blaten
jij zult blaten
hij zal blaten
wij zullen blaten
jullie zullen blaten
zij zullen blaten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geblaat hebben
jij zult geblaat hebben
hij zal geblaat hebben
wij zullen geblaat hebben
jullie zullen geblaat hebben
zij zullen geblaat hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou blaten
jij zou blaten
hij zou blaten
wij zouden blaten
jullie zouden blaten
zij zouden blaten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geblaat hebben
jij zou geblaat hebben
hij zou geblaat hebben
wij zouden geblaat hebben
jullie zouden geblaat hebben
zij zouden geblaat hebben

Gebiedende wijs
blaat

Aanvoegende wijs
blate

Voorbeelden

  1. Luister naar dat blaten.
    Listen to that bellow.
  2. Stop met blaten als een lam, Jij wordt nooit een man.
    Stop bleating like a lamb, you 'll never become a man.
  3. Als jij tegen politie gaat blaten, rotten we de komende dertig jaar weg in de bak.
    If you start yapping to the cops, we 're gonna rot in prison for the next 30 years.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden