Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: blasfemeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geblasfemeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik blasfemeer
jij blasfemeert
hij blasfemeert
wij blasfemeren
jullie blasfemeren
zij blasfemeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geblasfemeerd
jij hebt geblasfemeerd
hij heeft geblasfemeerd
wij hebben geblasfemeerd
jullie hebben geblasfemeerd
zij hebben geblasfemeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik blasfemeerde
jij blasfemeerde
hij blasfemeerde
wij blasfemeerden
jullie blasfemeerden
zij blasfemeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geblasfemeerd
jij had geblasfemeerd
hij had geblasfemeerd
wij hadden geblasfemeerd
jullie hadden geblasfemeerd
zij hadden geblasfemeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal blasfemeren
jij zult blasfemeren
hij zal blasfemeren
wij zullen blasfemeren
jullie zullen blasfemeren
zij zullen blasfemeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geblasfemeerd hebben
jij zult geblasfemeerd hebben
hij zal geblasfemeerd hebben
wij zullen geblasfemeerd hebben
jullie zullen geblasfemeerd hebben
zij zullen geblasfemeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou blasfemeren
jij zou blasfemeren
hij zou blasfemeren
wij zouden blasfemeren
jullie zouden blasfemeren
zij zouden blasfemeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geblasfemeerd hebben
jij zou geblasfemeerd hebben
hij zou geblasfemeerd hebben
wij zouden geblasfemeerd hebben
jullie zouden geblasfemeerd hebben
zij zouden geblasfemeerd hebben

Gebiedende wijs
blasfemeer

Aanvoegende wijs
blasfemere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden