Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: black-outen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geblack-out

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik black-out
jij black-out
hij black-out
wij black-outen
jullie black-outen
zij black-outen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geblack-out
jij hebt geblack-out
hij heeft geblack-out
wij hebben geblack-out
jullie hebben geblack-out
zij hebben geblack-out

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik black-outte
jij black-outte
hij black-outte
wij black-outten
jullie black-outten
zij black-outten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geblack-out
jij had geblack-out
hij had geblack-out
wij hadden geblack-out
jullie hadden geblack-out
zij hadden geblack-out

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal black-outen
jij zult black-outen
hij zal black-outen
wij zullen black-outen
jullie zullen black-outen
zij zullen black-outen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geblack-out hebben
jij zult geblack-out hebben
hij zal geblack-out hebben
wij zullen geblack-out hebben
jullie zullen geblack-out hebben
zij zullen geblack-out hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou black-outen
jij zou black-outen
hij zou black-outen
wij zouden black-outen
jullie zouden black-outen
zij zouden black-outen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geblack-out hebben
jij zou geblack-out hebben
hij zou geblack-out hebben
wij zouden geblack-out hebben
jullie zouden geblack-out hebben
zij zouden geblack-out hebben

Gebiedende wijs
black-out

Aanvoegende wijs
black-oute

Voorbeelden

  1. Zeker een black-out.
    I guess I kind of blacked out.
  2. Een volledige black-out?
    A complete withdrawal?
  3. Een grote black out!
    Its the big black house!
  4. Een black-out veroorzaken?
    To cause a blackout?
  5. Het is een black-out.
    It 's a blackout.
  6. Ze had een black-out.
    She had a brain freeze.
  7. Omdat je een black-out had?
    Because you blacked out?
  8. Pap, het is een black-out.
    Dad, it 's a blackout.
  9. Een black-out zoals hij had?
    A blackout like he had?
  10. Je had weer een black-out.
    You blacked out again.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden