Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bivakkeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebivakkeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bivakkeer
jij bivakkeert
hij bivakkeert
wij bivakkeren
jullie bivakkeren
zij bivakkeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebivakkeerd
jij hebt gebivakkeerd
hij heeft gebivakkeerd
wij hebben gebivakkeerd
jullie hebben gebivakkeerd
zij hebben gebivakkeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bivakkeerde
jij bivakkeerde
hij bivakkeerde
wij bivakkeerden
jullie bivakkeerden
zij bivakkeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebivakkeerd
jij had gebivakkeerd
hij had gebivakkeerd
wij hadden gebivakkeerd
jullie hadden gebivakkeerd
zij hadden gebivakkeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bivakkeren
jij zult bivakkeren
hij zal bivakkeren
wij zullen bivakkeren
jullie zullen bivakkeren
zij zullen bivakkeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebivakkeerd hebben
jij zult gebivakkeerd hebben
hij zal gebivakkeerd hebben
wij zullen gebivakkeerd hebben
jullie zullen gebivakkeerd hebben
zij zullen gebivakkeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bivakkeren
jij zou bivakkeren
hij zou bivakkeren
wij zouden bivakkeren
jullie zouden bivakkeren
zij zouden bivakkeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebivakkeerd hebben
jij zou gebivakkeerd hebben
hij zou gebivakkeerd hebben
wij zouden gebivakkeerd hebben
jullie zouden gebivakkeerd hebben
zij zouden gebivakkeerd hebben

Gebiedende wijs
bivakkeer

Aanvoegende wijs
bivakkere

Voorbeelden

  1. Bivakkeren, oriëntatielopen, knopen leggen.
    Bivouacking, orienteering, the nautical art of making knots.
  2. We bivakkeren vannacht buiten' t kamp.
    We 'll bivouac tonight outside of camp.
  3. We gaan bivakkeren in de rubberboot.
    We 're gonna have a little campout in the dinghy.
  4. Als zij vermist zou zijn, zou hij nu hier bivakkeren.
    If she was missing, he 'd be camped right out in my squad room right now.
  5. Pap, wat heb ik je verteld over bivakkeren in de hal?
    Dad, what have I told you about bivouacking in the entryway?
  6. Totdat ik verder kan gaan, zal ik bivakkeren in die wagen daar buiten in de tuin.
    I can move on. I 'll bunk in that wagon out There in the yard.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden